Een lus van 10km

Op vrijdag 2 mei deden we samen met wandelaars van OKRA Bertem en OKRA Korbeek-Dijle een tochtje door een stukje Leefdaal onder een blakende zon en een fris windje. Onderweg stonden we een paar keer stil bij “historische bezienswaardigheden” waar we een beknopte geschiedenis van elk plekje leerden kennen.

Op de kaart van ons traject staan nummers die overeenkomen met de veel minder beknopte uitleg die hierna nog volgt! De tekst is mede samengevat door een A.I.-tool en verwijst overvloedig door naar de bronnen van die samenvatting.

  1. start en aankomst aan de Vlieg In (Vlieguit 6)
  2.  Wat is bekend van het kasteel van Leefdaal, momenteel bewoond door de familie de Liedekerke?

    ChatGPT zei:  

    Het Kasteel van Leefdaal, ook bekend als het Kasteel de Liedekerke, is een historisch landgoed gelegen in Leefdaal, een deelgemeente van Bertem in Vlaams-Brabant. Het kasteel is sinds 1775 eigendom van de grafelijke familie de Liedekerke, die het tot op heden bewoont.
    De Vlieger – GBS Leefdaal+1Wikipedia, de vrije encyclopedie+1

    Historische achtergrond

    De oorsprong van het kasteel gaat terug tot de 12e eeuw, toen de heerlijkheid “Leven dale” voor het eerst werd vermeld. In de loop der eeuwen kwam het domein in handen van verschillende adellijke families, waaronder de huizen Merode en De Brouchoven. In 1775 verwierf de familie de Liedekerke het kasteel. Graaf Honoré de Liedekerke (1781–1861) liet de vijvers aanleggen, en graaf François de Liedekerke (1919–2014) liet de gevels zorgvuldig restaureren.
    belgiumview.com+3Wikipedia, de vrije encyclopedie+3Wikipédia, l’encyclopédie libre+3

    Architectuur en omgeving

    Het kasteel is gebouwd in Vlaamse renaissancestijl, met elementen uit de laatmiddeleeuwse periode. Het is opgetrokken uit bak- en zandsteen en heeft een karakteristieke donjon, waarvan de kelderverdieping nog een kruisribgewelf bevat. In de 17e eeuw werd een kasteelkapel aan de oostgevel toegevoegd. Het domein omvat ook een watermolen, de Kasteelmolen, die voor 1686 werd opgericht en diende als graanmolen voor het dorp.
     Visit Vlaams-Brabant+2bertem.be+2Wikipedia, de vrije encyclopedie+2Inventaris Onroerend Erfgoedmolenechos.org+1De Vlieger – GBS Leefdaal+1

    Huidige status

    Het kasteel is privébezit en niet toegankelijk voor het publiek. Het wordt nog steeds bewoond door de familie de Liedekerke, die een prominente rol speelt in de lokale geschiedenis van Leefdaal. Het kasteel en de omliggende gebouwen zijn opgenomen in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed.
    Wikipedia, de vrije encyclopedie

    Archieven

    Het archief van het kasteel van Leefdaal, dat documenten bevat van 1556 tot 1836, wordt bewaard in het Algemeen Rijksarchief. Deze collectie omvat stukken van de families de Brouchoven en de Liedekerke, evenals documenten over de inkomsten van de Staten van Brabant en andere historische gegevens.  arch.arch.be+1Wikipedia, de vrije encyclopedie+1

    Voor meer gedetailleerde informatie over het kasteel en de familie de Liedekerke kunt u terecht bij lokale erfgoedverenigingen of het Algemeen Rijksarchief.

3. IJzererts in Leefdaal

 

Is er ooit ijzer(zandsteen) gewonnen in het Groot Eikenbos in Bertem en hebben de holle wegen daarmee iets te maken? In een studie van de KUL (zie de link hieronder) van 2003 over het voorkomen van ‘gesloten depressies’ (zeg maar natuurlijke of mensgegraven historische grote komvormige putten) in de bodem van de gemeente Bertem staat te lezen dat “de 5 depressies die in de omgeving van het Grevensbos-Eikenbos liggen, exploitatiegroeves van ijzerzandsteen zouden zijn … als grondstof gebruikt voor een hoogoven die op het einde van de 19de eeuw in Leefdaal voorkwam”.

In de streek van Bertem zouden de steenbanken echter te broos zijn om als bouwsteen te dienen en exploitatie was alleen nuttig om de ijzererts en het zand te winnen. 

Die hoogoven in Leefdaal – de eerste in Vlaanderen (!) – werd circa 1840 opgericht door F. Lemaire en Jules Meunier en in 1848 al weer stilgelegd omdat het ijzergehalte van het erts niet hoog genoeg was en omdat het zware materiaal (erts en brandstoffen) allemaal met paardenkarren over de weg aan- en afgevoerd moest worden. In 1851 wordt de oven verkocht. 

In 1836 vraagt een zekere Jacques Verheyden uit Sint-Joost-ten-Node een concessie aan voor de ontginning van ijzererts in Leefdaal, Everberg, Meerbeek en Kortenberg maar of hij er ooit aan begonnen is weten we niet. In 1840 vraagt de heer Guilbert (Gilbert et Cie?) een concessie aan voor het ontginnen van ijzererts in Bertem. De gemeente verpacht hem een terrein van 3 ha tegen 400 frank per ha in het Gemeentebos (Bertembos) en de concessie wordt goedgekeurd bij K.B. van 22 juli 1840.

Anne Brumagne citeert uit het opzoekingswerk van haar vader Willy:

“De hoogoven stond in het veld tussen de Everbergsesteenweg, de Tervuursesteenweg en de E40, op de plek waar nog lang een ruïne van een boerderij heeft gelegen, en er later een rugbyveld was. Ik ken die plek nog als ‘ ’t Fabriekske’. Mijn vader heeft het er over in zijn boek ‘Leefdaal 1780-1855. De moeilijke geboorte van een nieuwe tijd’. Het gietijzer werd langs het station van Leuven naar kanonnengieterijen in Luik en naar Frankrijk gestuurd. De belangrijkste reden van de teloorgang blijkt toch dat de markt voor gietijzer kleiner werd, over een gebrek aan een waterloop schrijft mijn vader niet. En er was de concurrentie van de Waalse industrie.
Er was een concessie voor ontginning in het gemeentebos van Bertem, maar er werd ook in Leefdaal en in Winksele ontgonnen. In het boek ‘Terug naar Leefdaal’ dat mijn broer Jos schreef op basis van de teksten die mijn vader achterliet, staat een foto waarop mijn moeder als kind poseert in de weide achter hun boerderij op de Tervuursesteenweg. De boerderij die de fabriek verving, is op de achtergrond te zien.” 

De fabriek vind je als ‘Haut-Fourneau’ aangeduid op de kaart Vandermaelen van 1846 langs wat nu de Everbergsesteenweg heet.

Bronnen:

(NVDR) Ik heb zelf als 8-jarige “meegeholpen” om een deel van de ruines van het nog aanwezige gebouw – geen boerderij maar het gewezen “kantoor” van de “fabriek” dacht ik – af te breken en de bakstenen met een hamer(tje) om te vormen tot steenslag om een steile oprit in de Slagbergstraat voor te bereiden op asfaltering. Met medeweten van eigenaar Fred Vrebos uiteraard. De straatnaam “Slagberg” verwijst waarschijnlijk naar een slagmolen die daar volgens een leenregister in 1440 toebehoorde aan de heer van Leefdaal. Zo’n slagmolen diende ondermeer om steenslag te maken.

Over het ijzerzandsteen:

4. De geschiedenis van “het hof van Coige” 

ChatGPT zei:

Het Hof van Coige, ook bekend als het Coigehof, is een historische hoeve gelegen in de noordwestelijke hoek van Leefdaal, in de gemeente Bertem. De oorsprong van het hof is niet exact bekend, maar het wordt verondersteld meer dan duizend jaar oud te zijn. Rond de hoeve ontstond het gehucht Coige, hoewel de betekenis van de naam tot op heden onduidelijk blijft.  Erfgoedkamer+1Erfgoedkamer+1

Oorspronkelijk maakte het gebied deel uit van het domein van de hertog van Brabant en niet van de heer van Leefdaal, hoewel het altijd tot de Sint-Lambertusparochie van Leefdaal behoorde. Aan het einde van de 15e eeuw verwierf de Augustijnenpriorij van Groenendaal in het Zoniënwoud de hoeve en bijbehorende landerijen. Tussen 1734 en 1738 onderging het hof een grondige renovatie, waarbij het werd omgevormd tot een vierkantshoeve in bak- en zandsteenstijl. De Augustijnen behielden het hof tot de opheffing van hun orde in 1784.  Erfgoedkamer+3Erfgoedkamer+3Erfgoedkamer+3Erfgoedkamer+1Erfgoedkamer+1

Coigehof in 1907

Na de Franse Revolutie kwam het hof in 1797 in handen van een Brusselse speculant en later van adellijke families. Gedurende lange tijd was het een van de grootste landbouwbedrijven in Leefdaal, beheerd door prominente pachtersfamilies tot 1958. In dat jaar werd het domein opgedeeld en verkocht in meerdere percelen. De nieuwe eigenaars toonden weinig interesse in het behoud van de historische gebouwen en streefden naar verkaveling voor woningbouw.Hoewel dit slechts gedeeltelijk slaagde, raakte het hof in verval en werd het uiteindelijk onbewoonbaar. 

 Inventaris Onroerend Erfgoed+2Erfgoedkamer+2Erfgoedkamer+2Erfgoedkamer

Tegenwoordig is het Coigehof een herinnering aan het rijke agrarische en religieuze verleden van de regio. Het illustreert de evolutie van middeleeuwse ontginningen tot moderne verkavelingen en de uitdagingen van erfgoedbehoud in een veranderend landschap.

5. Hoe en wanneer ontstond de kapel van Puttebos op de grens van Leefdaal en Vossem ?

ChatGPT zei: 

De kapel van Puttebos, officieel bekend als de Onze-Lieve-Vrouw van Goede Gezondheidkapel, bevindt zich op de grens van Leefdaal en Vossem, in de gemeente Bertem, Vlaams-Brabant. Deze kapel heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 17e eeuw.
Wikipedia+1Erfgoedkamer+1

Oorsprong en geschiedenis

De exacte oorsprong van de kapel is onbekend. Mogelijk stond er aanvankelijk een houten kapelletje aan een grenspaal tussen de parochies Leefdaal en Vossem. In 1655 getuigde de pastoor van Leefdaal dat de plaats in de 16e eeuw als miraculeus werd beschouwd en dat de kapel op wonderbaarlijke wijze de beeldenstorm had overleefd.  Erfgoedkamer

In 1636, na de beproevingen van het jaar 1635 waarbij een aftrekkend Frans leger de streek verwoestte en een pestepidemie uitbrak, werd op kosten van enkele plaatselijke vooraanstaanden en de pastoors van Leefdaal en Duisburg een eenvoudige stenen kapel opgetrokken. De bewoners van het gehucht Puttebos, dat ver van de parochiekerk lag, drongen aan op een nieuw gebouw waarin eucharistievieringen mogelijk zouden zijn.  Erfgoedkamer

Huidige kapel

kapel Puttebos
Puttebos na restauratie – 1990 – dia © Willy Brumagne

De huidige kapel dateert uit 1727, zoals aangegeven op een witte steen in het fronton. Waarschijnlijk liet Catharina Fernandina van Brouchoven, barones van Leefdaal, de kapel bouwen ter nagedachtenis aan haar vader Jan Baptist, graaf van Bergeyck. De kapel is opgetrokken in baksteen en zandsteen en vertoont een stijl die de overgang tussen barok en classicisme weerspiegelt. Binnenin bevindt zich een altaar in régencestijl en een 18e-eeuws Mariabeeld.  Erfgoedkamer+1wANNderful+1Wikipedia

Architectuur

Het gebouw bestaat uit een kleine vierkante beuk, afgesloten met een driezijdige apsis. Het lijstgeveltje is een pronkstuk van het gebouw en getuigt van barokke invloeden, getemperd door traditionele elementen. Voor de bouw zijn streekmaterialen gebruikt: warmrode, met hout gebakken stenen, verlevendigd met speklagen, hoekkettingen en een fraai boogdeurtje in kalkzandsteen.  Erfgoedkamer

Devotie en betekenis

tegel verkocht als “crowdfunding” voor restauratie vanaf 1973. Het duurde vele jaren eer die er kwam. Nu werd een nieuwe broodnodige  restauratie in recordtijd afgewerkt. 

De kapel was een belangrijk bedevaartsoord, vooral tijdens de pestepidemieën, en werd bezocht door mensen die hoopten op genezing. De  naam “Puttebos” verwijst mogelijk naar het Leuvense College van Pitsenburg, dat in de omgeving landerijen bezat.  Erfgoedkamer

De kapel van Puttebos is een waardevol erfgoedmonument dat getuigt van de volksdevotie en de geschiedenis van de streek.

De kapel is recent nogmaals gerestaureerd en wordt daarom officieel opnieuw ingehuldigd op 17 mei 2025 vanaf 14u