Op 12 juni reisden een 20-tal Leefdaalse OKRA-leden mee met onze collega’s uit Duisburg, Bertem, Korbeek-Dijle en Herent richting Antwerpen voor een geleid bezoek aan het Red Star Line museum, het “eilandje” en het MAS.
Na een busreis vol onvermijdelijk fileleed konden we bij aankomst de benen strekken in het restaurant “Balls & Glory“, ingericht in een verbouwd pakhuis. Veel Balls maar weinig Glory, zo zouden we later ontdekken tijdens het middageten want noch de inrichting noch de bediening waren aangepast aan ons senioren publiek: trappen en treden, oneffen kasseienvloer en moeilijke stoelen, onverlichte toiletten, beperkt en betwistbaar drankaanbod…
De jeugd vind dat prachtig maar ik ben uiteraard een oude zagevent!
Van het MAS kregen we eigenlijk niet meer te zien dan de gevel en de roltrappen, maar het panorama op de dakverdieping gaf wel een indrukwekkend beeld van het megalomane Antwerpen en zijn vele bouwprojecten.
Ook het wandelingetje rond het “eilandje” bevestigde die indruk: een heuse jachthaven zowaar, met dat bootje-bekend-van-TV en vedette. En wat was dat met die raar gekleurde appartementen?
Het Red Star Line-museum beantwoordde dan weer wel helemaal aan de verwachtingen!
Typisch zo’n blik op de geschiedenis waarvan je dacht ” ja, dat ken ik wel” maar waarbij de overvloedig aanwezige beelden en geschreven getuigenissen je terug in de tijd katapulteren. Het is ondertussen honderd jaar of meer geleden dat zeer veel jonge gezinnen met al hun hebben en houden (1 of 2 koffers …) een streep trokken onder hun uitzichtloos bestaan in het arme Vlaanderen en hun geluk gingen beproeven in het verre Amerika of in Canada. Zelfs de reis was een gevaarlijk en kostelijk avontuur: de overtocht kostte handenvol geld, comfortabel was de bootreis helemaal niet, opeengepakt in derde klasse, en af en toe ging zo’n boot zelfs de dieperik in, denk maar aan de Titanic (van de White Star Line weliswaar).
De vernederende controles voor immigranten bestonden ook toen al en ze kwamen werkelijk vanuit heel Europa in dichte drommen naar het “beloofde land”. Zij waren niet zozeer op de vlucht voor oorlog en geweld maar wilden weg van de belabberde woon- en werkomstandigheden en de hongerlonen. De vele mythische verhalen over fabelachtige goudontginningen waren voor de echte avonturiers het definitieve duwtje in de rug!